Editie Migraine

CGRP en migraine: waarom gender wél uitmaakt
Quote
Dat CGRP (calcitonin gene-related peptide) een sleutelrol speelt in de pathofysiologie én behandeling van migraine, is inmiddels bekend terrein voor wie zich met hoofdpijnzorg bezighoudt. Maar er komt steeds meer bewijs dat CGRP zich anders gedraagt bij mannen dan bij vrouwen. Deze verschillen zijn niet alleen wetenschappelijk interessant, maar hebben ook concrete implicaties voor onze dagelijkse praktijk. Tijd om het genderperspectief serieuzer te nemen in migrainezorg.
Vrouwen: gevoeliger voor CGRP
Migraine komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, dat is bekend. Maar hoe komt dat precies? Onderzoek laat zien dat vrouwen gevoeliger zijn voor CGRP-gemedieerde vasodilatatie en pijntransmissie. In een studie van Labastida-Ramírez et al. (2017) bleken vrouwelijke proefpersonen een verhoogde CGRP-reactiviteit te vertonen. Een verschil dat slechts deels door hormonale factoren verklaard kan worden. Genetische en neurobiologische verschillen lijken dus ook een rol te spelen.
In diermodellen zien we vergelijkbare patronen: vrouwelijke proefdieren vertonen meer pijngedrag bij CGRP-expositie, zelfs onafhankelijk van oestrogenen (Avona et al., 2019). Ook klinisch worden verschillen zichtbaar. Vrouwen hebben tijdens migraineaanvallen gemiddeld hogere CGRP-spiegels, die bovendien fluctueren gedurende de menstruatiecyclus (Rafaelli et al., 2023).
Verschillen in behandeling
Hoe zit het dan met de behandeling? Er zijn aanwijzingen dat vrouwen beter reageren op CGRP-remmers, maar ook gevoeliger zijn voor bepaalde bijwerkingen, zoals obstipatie. Helaas worden geslachtsspecifieke analyses in veel klinische trials niet of nauwelijks uitgevoerd. Dat betekent dat we belangrijke nuances in effectiviteit en bijwerkingen mogelijk missen.
Een interessante bevinding komt van Silvestro et al. (2021), die lieten zien dat profylactisch gebruik van CGRP-remmers het aantal dagen met menstruele migraine kan verminderen. Tegelijkertijd blijkt dat mannen minder vaak profylactische medicatie krijgen voorgeschreven, mogelijk vanwege een lagere hulpvraag of minder herkende diagnose (Vetvik & MacGregor, 2017).
Wat kunnen we nu al doen?
Hoewel er nog veel te ontdekken valt, zijn er nu al praktische stappen die we kunnen zetten. Denk aan het systematisch uitvragen van cyclusafhankelijke klachten, het monitoren van geslachtsspecifieke bijwerkingen, en het bewust meenemen van gender in onze behandelkeuzes. Niet alleen de biologie, maar ook gedragsmatige factoren verdienen aandacht.
Tot slot
CGRP werkt niet genderneutraal. Dat betekent dat migrainezorg dat ook niet zou moeten zijn. Door genderbewustzijn actief te integreren in diagnostiek, onderzoek en behandeling, kunnen we bijdragen aan meer gepersonaliseerde én effectievere zorg voor mensen met migraine.
Referenties
- Labastida-Ramírez, A., et al. (2017). Gender aspects of CGRP in migraine. *Cephalalgia*, 38(3), 478–486. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29082826/.
- Avona, A., et al. (2019). Dural Calcitonin Gene-Related Peptide Produces Female-Specific Responses in Rodent Migraine Models. Journal of Neuroscience, 39(22), 4323–4331.
- Raffaelli et al. (2023). Sex Hormones and Calcitonin Gene–Related Peptide in Women With Migraine. Neurology 2023;100:e1825-e1835.
- Porreca et al. Evaluation of outcomes of calcitonin gene-related peptide (CGRP)-targeting therapies for acute and preventive migraine treatment based on patient seks. Cephalalgia. 2024;44(3):333102424123815.
- Vetvik, K. G., & MacGregor, E. A. (2017). Sex differences in the epidemiology, clinical features, and pathophysiology of migraine. Lancet Neurology, 16(1), 76–87.
Dossier Migraine & hormonen
Met de keuze voor het onderwerp 'Migraine & hormonen' willen we het interessante fysiologische samenspel tussen migraine en hormonen belichten en tegelijkertijd handvatten voor de klinische praktijk bieden aan behandelaars.
