Editie Migraine

Neurostimulatie bij clusterhoofdpijn

Inleiding

Een deel van de patiënten met clusterhoofdpijn heeft onvoldoende baat bij de huidige farmacotherapie of ondervindt er te veel bijwerkingen van. Neurostimulatie kan dan een alternatief vormen. Hieronder een beknopt overzicht, inclusief resultaten tot nu toe, van de verschillende mogelijkheden.

Occipital nerve stimulation

Het idee van het elektrisch stimuleren van de nervus occipitalis major (occipital nerve stimulation: ONS) als behandeling bij clusterhoofdpijn berust onder andere op positieve resultaten bij het farmacologisch blokkeren van deze zenuw.1 Inmiddels zijn er diverse studies gepubliceerd die een positief effect melden van ONS.2-5 Continue en invasieve ONS leidde tot een afname in de aanvalsfrequentie met 20 tot 90%. De betreffende studies waren echter allemaal open-label en hadden kleine aantallen deelnemers (tussen 8 en 35). Inmiddels is het klinisch effect van ONS ook onderzocht in de dubbelblinde, gerandomiseerde ICON-studie (n=140).6 De uitkomsten worden binnenkort gepubliceerd.

Vagal nerve stimulation

Niet-invasieve stimulering van de nervus vagus (vagal nerve stimulation: VNS) is onderworpen aan twee gerandomiseerde studies: de PREVA- en de ACT1-studie. De PREVA-studie vergeleek bij 48 patiënten het effect van VNS (2 x daags 3 x 2 minuten) met standaard behandeling gedurende 4 weken.7 VNS was geassocieerd met gemiddeld 5,9 minder hoofdpijnaanvallen per week, tegen 2,1 minder in de controlegroep (p = 0,02). De dubbelblinde, sham-gecontroleerde ACT1-studie onderzocht bij 150 patiënten de effectiviteit van VNS als acute behandeling van clusterhoofdpijn.8 Er was een respons (pijnverlichting binnen 15 minuten) bij 26,7% en 15,1% (p = 0,1) van de deelnemers in respectievelijk de VNS- en de sham-groep. Een subgroepanalyse liet een significant voordeel van VNS zien bij patiënten met episodische clusterhoofdpijn, met een response rate van 34,2% versus 10,6% (p = 0,008).

Sphenopaltine ganglion stimulation

Gegevens over de effectiviteit van (invasieve) stimulering van de sphenopalatine ganglion (SPG) komen uit twee bronnen: de Pathway CH-1-studie en de Pathway R-1-registratie.9-11 In de gerandomiseerd en sham-gecontroleerde Pathway CH-1 studie is het effect van on demand SPG-stimulering als acute behandeling van clusterhoofdpijn onderzocht bij 28 patiënten. Van hen meldde 67,1% bij SPG-stimulering binnen 15 minuten pijnvermindering, versus 7,4% bij sham-behandeling (p < 0,001). Ook meldden 12 van de 28 patiënten een afname van de aanvalsfrequentie gedurende de onderzoeksperiode. De Pathway R-1-registratie volgde 97 patiënten gedurende 12 maanden vanaf de start van de SPG-stimulering. Van de 85 patiënten die de 12 maanden follow-up vol maakten, ervoer 55% een afname in de aanvalsfrequentie. Bij 32% verminderde de pijn tijdens een aanval binnen 15 minuten.

Conclusie

Neuromodulatie lijkt een alternatief voor patiënten met clusterhoofdpijn die geen baat vinden bij de huidige farmacotherapie. Overtuigend bewijs voor de effectiviteit van de verschillende vormen van neuromodulatie ontbreekt evenwel nog.

Vormen van neurostimulatie bij clusterhoofdpijn

DBS: deep bain stimulation (diepe hersenstimulatie). SPG: sphenopalatine ganglion. ONS: occipital nerve stimulation (stimulering van de nervus occipitalis major). VNS: vagal nerve stimlation (stimulering van de nervus vagus).

De illustratie toont de verschillende vormen van neuromodulatie die zijn onderzocht als mogelijke behandeling van clusterhoofdpijn. Deze technieken zijn deels niet-invasief en deels invasief. Niet-invasieve behandelingen zijn met name transcraniële magnetische stimulatie en transcutane perifere zenuwstimulatie (TENS). Bij niet-invasieve VNS (zie ook figuur) brengt de patiënt een apparaat tegen de hals bij de nervus vagus. De patiënt stelt zelf de gewenste intensiteit in.

Invasieve technieken behelzen een apparaatje dat percutaan of via een chirurgische ingreep geplaatst wordt.

  1. Bij diepehersenstimulatie van de hypothalamus wordt met stereotacische chirurgie een elektrode in de hypothalamus geplaatst. Deze ontvangt signalen vanuit een neurostimulator met batterijen, die vaak subcutaan ter hoogte van het sleutelbeen wordt aangebracht.
  2. Bij SPG-stimulatie wordt in de bovenkaak een implantaat geplaatst, waarvan de elektrode contact maakt met het SPG. Een externe control unit stuurt elektromagnetische golven naar het implantaat.
  3. Bij ONS worden een of twee elektroden subcutaan geplaatst in het achterhoofd, waarna een batterij in een subcutane pocket wordt gebracht. Bij het uitblijven van effect zijn de elektroden relatief eenvoudig weer te verwijderen. 

Referenties

  1. Gantenbein AR, Lutz NJ, Riederer F, et al.: Efficacy and safety of 121injections of the greater occipital nerve in episodic and chronic cluster headache. Cephalalgia. 2012;32:630–4.
  2. Burns B, Watkins L, Goadsby PJ: Treatment of intractable chronic cluster headache by occipital nerve stimulation in 14 patients. Neurology. 2009;72:341–5.
  3. Magis D, Allena M, Bolla M, et al. Occipital nerve stimulation for drug-resistant chronic cluster headache: a prospective pilot study. Lancet Neurol. 2007;6:314–21.
  4. Leone M, Proietti Cecchini A, Messina G, et al. Long-term occipital nerve stimulation for drug-resistant chronic cluster headache. Cephalalgia. 2017; 37: 756–63.
  5. Fontaine D, Christophe Sol J, Raoul S, et al. Treatment of refractory chronic cluster headache by chronic occipital nerve stimulation. Cephalalgia. 2011;31:1101–5.
  6. Wilbrink LA, Teernstra OP, Haan J, et al. Occipital nerve stimulation in medically intractable, chronic cluster headache. The ICON study: rationale and protocol of a randomised trial. Cephalalgia. 2013;33:1238–47.
  7. Gaul C, Diener HC, Silver N, et al. Non-invasive vagus nerve stimulation for PREVention and Acute treatment of chronic cluster headache (PREVA): A randomised controlled study. Cephalalgia. 2016;36:534–46.
  8. Silberstein SD, Mechtler LL, Kudrow DB, et al. Non-invasive vagus nerve stimulation for the acute treatment of cluster headache: findings from the randomized, double-blind, sham-controlled ACT1 Study. Headache. 2016;56:1317–32.
  9. Schoenen J, Jensen RH, Lantéri-Minet M, et al. Stimulation of the sphenopalatine ganglion (SPG) for cluster headache treatment. Pathway CH-1: a randomized, sham-controlled study. Cephalalgia. 2013;33:816–30.
  10. Jürgens TP, Barloese M, May A, et al. Long-term effectiveness of sphenopalatine ganglion stimulation for cluster headache. Cephalalgia. 2017;37:423–34.
  11. Barloese M, Petersen A, Stude P, et al.: Sphenopalatine ganglion stimulation for cluster headache, results from a large, open-label European registry. J Headache Pain. 2018;19:6.

Klik op de link voor meer informatie

Dossier Clusterhoofdpijn

De behandeling van clusterhoofdpijn kan uitdagend zijn. Naast de al bestaande medicamenteuze behandeling van clusterhoofdpijn zijn er steeds meer andere therapieën beschikbaar gekomen, zoals een GON-injectie en occipitale zenuwstimulatie. Met dit dossier willen we de wetenschappelijke basis van de verschillende behandelingen toelichten en handvatten geven voor de klinische praktijk.